op z'n Jan boerenfluitjes
(1942) op een slechte, slordige wijze; iets met de Franse slag; zonder orde of regelmaat; zich ergens goedkoop van afmakend. Ook wel: op z'n boerenfluitjes; volgens Endt en Frerichs (Bargoens Wdb.) ook als aanduiding voor de meest gebruikelijke houding bij de seksuele daad (naar elkaar toegewend, neus aan neus of de missionarishouding*). De boerenf...