op z'n boerenhondjes
(1951) (Barg.) slecht. • Nee, als we zo doorgaan komme we er niet met de taal. U poekelt het bargoens op z'n boerehondjes en zou er mee in de knoedel rake, net als wij met u geleerde woorde, die ons koppijn bezorge. (Willem van Iependaal: De commissaris kan me nog meer vertellen. 1951)