Op de tong rijden
D.w.z. besproken worden, het onderwerp der gesprekken zijn (in ongunstigen zin); mnl. in tgeruchtstaen. Zie Kiliaen: Rijden op de tonghe. Adag. diffamari: sinistra fama divulgari; De Roovere, 131:De minste seydt vanden meesten quaet: Tvolck en can hem selven niet ghelijden. Tvolk doet tvolck op tonghen rijden. Zie verder Col. v. Ri...