Wat is de betekenis van Oosterwijk?

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Oosterwijk

(‘o:stər) [wijk ten oosten van Tilburg] gemeente in Noordbrabant 2113 ha, 7990 inw. Landbouw, leder- en schoennijverheid, tabaks- en sigarenindustrie. Geboorteplaats van Poirters en Holleman.

2024-04-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Oosterwijk

Oosterwijk - (of Oisterwijk), gern, in N.-Brab.; 2114 H.A., alles zandgrond. Zij telt 3900 inw., die van landbouw leven. Oudtijds waren er vele laken- en andere weverijen, doch deze zijn te niet gegaan; alleen vindt men er nog eenige leerlooierijen. Het vlek O. ligt 11 K.M. ten N.O. van Tilburg, aan de spoorlijn Tilburg— Boxtel, en telt 2500 inw. H...

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Oosterwijk

Ned. dorp in de gemeente Kedichem.

2024-04-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Oosterwijk

dorp in de gem. Kedichem, Z.-Holland, aan de Linge, tegenover Heukelom, ruim 400 inw.; ook een buurt in de gem. Zelhem, Gelderl.; en een gem. in N.-Brabant, meestal geschreven Oisterwijk, zie ald.

2024-04-29
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Oosterwijk

1) dorp in Noord-Braband ; zie OiSTEKWUK. 2) dorp in Zuid-Holland, een half uur gaans bezuidw. Leerdam; 300 inw.; werd 1479, even als Kedichem, in brand gestoken door Klaas van Haaften, den verjaagden drossaard van Leerdam; leed veel van watervloed Jan. 1809 en Jan. 1820.