Onwetendheid
v., 1. onbekendheid met iem. of iets: hij heeft dat in zijn onwetendheid gedaan; uit, door onwetendheid; 2. onkunde.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. onbekendheid met iem. of iets: hij heeft dat in zijn onwetendheid gedaan; uit, door onwetendheid; 2. onkunde.
Muiswerk Educatief (2017)
onwetendheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-we-tend-heid 1. het niet op de hoogte zijn van iets ♢ in zijn onwetendheid heeft hij het zo gedaan 1. onwetendheid voorwenden [doen alsof je er ni...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
v. (onkunde): zijn onwetendheid bleek telkens; hij heeft dat in zijn onwetendheid gedaan, onnozelheid; uit onwetendheid; door onwetendheid, tengevolge van onbekendheid met iets.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: