onverzorgd
...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. zonder verzorger zijnde: de man, die heden werd overreden, laat een onverzorgde weduwe met zes kinderen achter; 2. waaraan geen zorg is besteed, slordig: een onverzorgde stijl; onverzorgde handen.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (1 zonder verzorger; 2 waaraan geen zorg is besteed): 1 vijf kinderen blijven onverzorgd achter, niet verzorgd; 2 onverzorgde stijl, slordig; onverzorgde handen; een onverzorgde baard.
Jozef Verschueren (1930)
(onvər'zorcht) bn. en bw. 1. zonder zorg, waaraan geen zorg besteed is: een -e kleding, houding; zich voordoen. 2. zonder verzorging, zonder bescherming : de verongelukte laat een -e weduwe met zeven kinderen achter.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), 1. zonder verzorger: drie kinderen blijven onverzorgd achter; 2. waaraan geen zorg is besteed, slordig: een onverzorgde stijl; een onverzorgd uiterlijk.
J.H. van Dale (1898)
bn. niet verzorgd: de man, die heden werd overreden, laat eene onverzorgde weduwe met zes kinderen achter; (fig.) een onverzorgde stijl.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: