onverstoord
(bn. en bw.) ongestoord, onverstoorbaar. Het handvol dagjesmensen uit de naburige dorpen vindt het best, ze verorberen onverstoord de rest van hun picknick. - DM, 10-08-2002.
Peter Bakema (2003)
(bn. en bw.) ongestoord, onverstoorbaar. Het handvol dagjesmensen uit de naburige dorpen vindt het best, ze verorberen onverstoord de rest van hun picknick. - DM, 10-08-2002.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (rustig): een onverstoorde stilte; de knapen speelden onverstoord, ongehinderd.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: