Wat is de betekenis van Onverdorven?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onverdorven

bn., niet verdorven, zuiver, inz. van het gemoed van de mens: een onverdorven gemoed; onverdorven zeden.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onverdorven

bn. (rein, zuiver): onverdorven zeden.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onverdorven

(onvər‘dorvən) bn. zuiver, rein: een gemoed.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onverdorven

bn. niet verdorven, zuiver, inz. van het gemoed van den mensch : een onverdorven gemoed; de onverdorven zeden van ons voorgeslacht. ONVERDORVENHEID, v.

Gerelateerde zoekopdrachten