Wat is de betekenis van onuitvoerbaar?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onuitvoerbaar

onuitvoerbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet mogelijk om zo te doen Deze opdrachten moet ik teruggeven want ze zijn voor mij onuitvoerbaar. Woordherkomst afleiding van uitvoerbaar met het voorvoegsel on- Antoniemen uitvoerbaar

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onuitvoerbaar

adj., ûnútfierber, ûndwaenlik.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onuitvoerbaar

bn., niet uitvoerbaar: een onuitvoerbaar besluit; een onuitvoerbaar plan.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onuitvoerbaar

bn. (niet uit te voeren): dat plan is onuitvoerbaar.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onuitvoerbaar

(onuit’foerba:r) bn. (...bare) niet uit te voeren : een plan.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onuitvoerbaar

bn. niet uitvoerbaar: een onuitvoerbaar besluit; een onuitvoerbaar plan. ONUITVOERBAARHEID, v.