Wat is de betekenis van Ontstentenis?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontstentenis

ontstentenis - Zelfstandignaamwoord 1. (formeel) het niet voorhanden zijn, ontbreken, niet aanwezig zijn, verhinderd zijn (meestal door factoren buiten de macht van de betrokkene bijvoorbeeld ziekte, familieomstandigheden) Wegens ontstentenis van de griffier is hij niet in staat te ondertekenen....

2024-04-28
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Ontstentenis

Het woord ontstentenis wordt alleen in ambtelijke taal gebruikt en dan nog vaak verkeerd. Men leest wel eens dat een vergadering ‘bij ontstentenis van de voorzitter’ werd voorgezeten door de vicevoorzitter. Men bedoelt dan: bij afwezigheid of verhindering. Maar dit is de betekenis eigenlijk niet. Het woord hoort bij het werkwoord ontsta...

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ontstentenis

gebrek; afwesigheid.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontstentenis

v., 1. het niet voorhanden zijn: bij ontstentenis van wettelijke verordeningen gelden in dezen de plaatselijke gebruiken; bij afwezigheid of ontstentenis van de directeur. 2. (minder juist) afwezigheid: bij ontstentenis van de secretaris worden de notulen door het jongste bestuurslid gelezen.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontstentenis

v. (gemis, gebrek; niet voorhanden zijn): bij ontstentenis van opvolgers, d. i. er zijn er geen; bij ontstentenis van een burgemeester, a) de burgemeestersplaats is vacant, b) de burgemeester is afwezig.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontstentenis

(ont'stentənis) v. [Veroud. ontstaan, ontbreken. 1. gemis, gebrek : bij van opvolgers; bij van een goed reglement. Syn. → afwezen. 2. afwezigheid : bij van de sekretaris.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ontstentenis

v., 1. het niet-voorhanden-zijn: bij afwezigheid of van de directeur; 2. (minder juist) afwezigheid.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ontstentenis

v. het niet voorhanden zijn : bij ontstentenis van wettelijke verordeningen gelden in dezen de plaatselijke gebruiken; bij afwezigheid of ontstentenis van den directeur, wanneer er geen directeur is; — (minder juist) afwezigheid: bij ontstentenis van den secretaris worden de notulen door het jongste bestuurslid gelezen.