Ontsluieren
(ontsluierde, heeft ontsluierd), 1. van de sluier ontdoen: het gelaat ontsluieren. 2. (fig.) openbaren, aan het licht brengen: wie ik ben, zal misschien de toekomst ontsluieren; inz. van geheimen: Grimm, de ziener, die de raadselen der dierensage ontsluierde.