ontsieren
ontsieren - Werkwoord 1. (ov) van de schoonheid beroven ♢ Het gewrocht ontsierde de omgeving. Woordherkomst Afgeleid van sieren met het voorvoegsel ont- Synoniemen ontluisteren, bederven
Wiktionary (2019)
ontsieren - Werkwoord 1. (ov) van de schoonheid beroven ♢ Het gewrocht ontsierde de omgeving. Woordherkomst Afgeleid van sieren met het voorvoegsel ont- Synoniemen ontluisteren, bederven
Van Dale Uitgevers (1950)
(ontsierde, heeft ontsierd), niet tot sieraad strekken, maar integendeel de schoonheid of aantrekkelijkheid van iets verminderen: een smadelijke trek ontsierde de frisse lippen van het meisje; dit huis ontsiert de gehele straat; deze fouten ontsieren uw stijl.
M. J. Koenen's (1937)
ontsierde, h. ontsierd (de schoonheid benadelen, verminderen): deze fouten ontsieren uw stijl.
Jozef Verschueren (1930)
(ont'si:rən) (ontsierde, heeft ontsierd) min of meer van schoonheid ontdoen : die overladen opsmukking ontsiert de gevel; ontsier je karakter niet door norsheid.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(ontsierde, heeft ontsierd), de schoonheid of aantrekkelijkheid van iets verminderen: dit huis ontsiert de hele straat.
J.H. van Dale (1898)
(ontsierde, heeft ontsierd), niet tot sieraad strekken, maar integendeel de schoonheid of aantrekkelijkheid van iets verminderen: een smadelijke trek ontsierde de frissche maar koele lippen van het meisje; dit huis ontsiert de geheele straat. ONTSIERING, v. (-en), het ontsieren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: