Wat is de betekenis van Ontferming?

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ontferming

s., ûntferming.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontferming

v., het ontfermen; het tonen of uitoefenen van barmhartigheid.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontferming

v. (barmhartigheid; medelijden).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontferming

v. het zich ontfermen. Syn. → deernis.

2024-04-29
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Ontferming

Het begrip van ontferming komt in den Bijbel zoowel van God als van de menschen voor: „Gelijk een vader zich ontfermt over de Jrinderen, ontfermt de Heere zich over degenen, die Hem vreezen” (Ps. 103 : 13). De ontferming Gods is een bepaalde zijde zijner eeuwige Liefde. Evenals het licht, breekt de Liefde in onderscheiden kleuren en tin...

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ontferming

v., het tonen of uitoefenen van barmhartigheid.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Ontferming

zie Deernis.