onterecht
(1989) (stud.) ongepast (bijvoorbeeld van gedrag of kleding); onbeschaamd (m.b.t. een persoon). Vgl. terecht*. • ... met de verkeerde kleren aan en met een onterechte das. (Kees van der Pijl: Esprit de Corps. 1989) • Onterecht: achterbaks, onbetrouwbaar, wordt gebruikt als voorbepaling bij personen: 'wat een onterechte goser met z'n smer...