Wat is de betekenis van ontbladeren?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontbladeren

(ontbladerde, heeft ontbladerd), van de bladeren of bladen ontdoen: de herfst ontbladert de bomen; daar brak de stormwind los, die de rozen ontbladerde.

2025-07-15
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

ontbladeren

Het begrip ontbladeren heeft 2 verschillende betekenissen: 1) van bladeren ontdoen. van bladen of bladeren ontdoen; zijn bladen of bladeren doen verliezen; van bladen of bladeren beroven. 2) zijn bladeren verliezen. zijn bladen of bladeren verliezen.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontbladeren

ontbladeren - Werkwoord 1. (ov) (een plant, boom, struik of gewas) van de bladeren ontdoen Omdat de meeste bladeren geel geworden waren, ontbladerde Mia de struik. Woordherkomst Afgeleid van blad met het voorvoegsel ont- en een infinitiefuitgang.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontbladeren

ontbladerde, h. ontbladerd (van de bladeren beroven of ontdoen): de storm, de herfst ontbladert de bomen, het woud.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontbladeren

(ond'bla:dərən) (ontbladerde,heeft ontbladerd) van blad(er)en beroven : de wind ontbladert de bomen.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ontbladeren

(ontbladerde, heeft ontbladerd), van de bladeren of bladen ontdoen: de herfst ontbladert de bomen; chemicaliën die bomen ontbladeren.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ontbladeren

(ontbladerde, heeft ontbladerd), van bladeren of bladen beroven : daar brak de stormwind los, die de rozen ontbladerde; (dicht.) zijn bladeren verliezen: de bloem valt af, het gras verdort, het dichte woud ontbladert.