Wat is de betekenis van Onnadenkendheid?

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onnadenkendheid

s., ûnachtsumens.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gerelateerde zoekopdrachten