ongewapend
ongewapend - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet voorzien van bewapening ♢ De ongewapende man werd doodgeschoten, maar de schutter beweerde dat hij uit noodweer handelde. Woordherkomst Afgeleid van gewapend met het voorvoegsel on-
Wiktionary (2019)
ongewapend - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet voorzien van bewapening ♢ De ongewapende man werd doodgeschoten, maar de schutter beweerde dat hij uit noodweer handelde. Woordherkomst Afgeleid van gewapend met het voorvoegsel on-
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. zonder wapenen: tegen een ongewapend man vecht ik niet; — (plantk.) zonder borstels, stekels of naalden. 2. niet voorzien van een optisch hulpmiddel: met het ongewapend oog, zonder vergrootglas of verrekijker. 3. waarin geen wapeningsijzer is verwerkt: ongewapend beton.
Jozef Verschueren (1930)
(ongə'wa:pənt) bn. en bw. 1. zonder wapens : -e soldaten. 2. zonder vergrootglas of verrekijker, bloot : met het oog.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. zonder wapenen; 2. zonder optisch hulpmiddel: met het ongewapend oog, zonder vergrootglas of verrekijker; 3. zonder wapening: ongewapend beton.
J.H. van Dale (1898)
Ongewapend bn. zonder wapenen : tegen een ongewapend man vecht ik niet; — met het ongewapend oog, zonder vergrootglas, zonder verrekijker, met het bloote oog; — (plantk.) zonder borstels, stekels of doornen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: