Wat is de betekenis van ongeveer?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ongeveer

ongeveer - Bijwoord 1. bij benadering Synoniemen benadering, schatting

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ongeveer

ongeveer - bijwoord uitspraak: on-ge-veer 1. naar schatting, niet precies ♢ hij is ongeveer 1.80 meter 2. in grote lijnen ♢ ? Bijwoord: on-ge-veer Synoniemen algeme...

2024-04-27
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Ongeveer

Wanneer men bespeurt dat in het oosten des lands en ook in het Gronings van de 16e eeuw het woord ongeueerlick betekende: te goeder trouw, zonder argwaan, ziet men plotseling de verwantschap tussen de woorden ongeveer en gevaar. De ontwikkeling der betekenis is dan geweest: zonder boos opzet, zonder opzet, zonder scherp op te letten, zonder het al...

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ongeveer

omtrent, min of meer.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ongeveer

adv., ûngefear, likernôch, omende-by, neijernôch, (to)neistenby, bineistenby, sahwat; zo —, om dy roai dêr by om; — op die plaats, dêrby om dêromhinne; — om die tijd, om dy roai skoat, snuorje, dêr omhinne; — een daalder kostend, om ’e daelder...

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ongeveer

bw., om ende bij, zo wat, volgens schatting of vermoeden: hier ongeveer moet het geweest zijn; hij kan nu ongeveer thuis zijn; de vijand was ongeveer tweemaal zo sterk; het is ongeveer tien uur; ongeveer in het Zuidwesten; dat kost ongeveer f 20.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ongeveer

bw. (ten naaste bij): ik woon ongeveer bij de poort; het is ongeveer elf uur, nagenoeg.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ongeveer

(ongə've:r) bw. ter aanduiding van een niet geheel nauwkeurige opgave : ik woon halfweg ; het was tien uur. Syn ➝ bijkans.