Wat is de betekenis van Ongeregeldheid?

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ongeregeldheid

v., 1. het ongeregeld zijn. 2. (...heden) wanordelijkheid; (in ’t bijz. in het mv.) handelwijze met geld die niet in den haak is; (ook) geweldpleging, rustverstoring: er zijn ongeregeldheden voorgekomen.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ongeregeldheid

v. ongeregeldheden: er zijn in dat regiment enige ongeregeldheden voorgevallen, wanordelijkheden.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ongeregeldheid

v. (...heden) 1. Eig. het ongeregeld zijn. 2. Min. wat ongeregeld is.