Wiktionary (2019)
ongerechtigheid - Zelfstandignaamwoord 1. onrechtvaardigheid 2. onrechtvaardige daad 3. (schertsend) (klein) gebrek ♢ kun je die ongerechtigheid even verhelpen? Woordherkomst afgeleid van gerechtig met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -heid
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (...heden), 1. onrechtvaardigheid. 2. onrechtvaardige daad: allerlei ongerechtigheden begaan, zich veroorloven. 3. onvolkomenheid, (klein) gebrek: er zitten nog een paar ongerechtigheden in; — zaak die ergens niet in thuis hoort, inz. verontreiniging.
M. J. Koenen's (1937)
v. ongerechtigheden (boze, onrechtvaardige daad; soms licht ir.): zij, die ongerechtigheden doen, zullen hun straf niet ontgaan.
Jozef Verschueren (1930)
v. (...heden) 1. Eig. het ongerechtig zijn. 2. Metn. ongerechtige daad : ...heden doen ; Scherts, ik vrees dat de hond hier een kleine heeft begaan.
F.W. Grosheide (1926)
In het Oude Testament wordt deze term met verschillende woorden aangeduid, in het Nieuwe wordt hiervoor aöixia gebruikt. Om de beteekenis van dezen term te verstaan, is het allereerst noodig te vragen, wat gerechtigheid is. In juridischen zin is gerechtigheid in objectieven zin de handhaving van de rechtsorde, waardoor alleen een ordelijk maat...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (heden), 1. onrechtvaardigheid; onrechtvaardige daad: de zoon der -, de Satan; ongerechtigheden begaan; 2. onvolkomenheid, (klein) gebrek: er zitten nog een paar ongerechtigheden in; zaak die in iets niet thuishoort, m.n. verontreiniging.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
