Wat is de betekenis van Ongeoefend?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ongeoefend

bn., niet geoefend, onervaren: ongeoefende recruten; een nog ongeoefend verstand; ongeoefend in het spreken.

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ongeoefend

ongeoefend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-ge-oe-fend 1. wie het nog niet goed kan, nog weinig geoefend heeft ♢ deze nieuwe soldaten zijn nog ongeoefend Bijvoeglijk naamwoord: on-ge-oe-fend de/het ongeoefende ....

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ongeoefend

adj., ûnbiwend, -bileard, -bimunstere.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ongeoefend

bn. (niet geoefend, onervaren; links): zij is nog ongeoefend in het tennisspel; die vrijwilligers zijn nog ongeoefend, kennen de exercities nog niet.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Ongeoefend

(ongə'oefənt) bn. en bw. (-er, -st) niet geoefend, onervaren: in een spel.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ongeoefend

bn., niet geoefend, onervaren.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ongeoefend

Ongeoefend bn. niet geoefend, onervaren; ongeoefende reenden; een nog ongeoefend verstand; ongeoefend in het spreken. ONGEOEFENDHEID, v.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Ongeoefend

Ongeoefend, bn. *-HEID, v. *...GEOFFERD, bn. *...GEOLIED, bn. *...GEOPEND, bn. *...GEOORD, bn. zonder oor of ooren. *...GEOORDEELD, bn. *...GEOORLOOFD, bn. *...GEORBERD, bn. *...GEORDEND, bn. *...GEPAALD, bn. niet met paalwerk omgeven. *...GEPAARD, bn. *...GEPAARLD, *...GEPARELD, bn. zonder paarlen, niet met paarlen omzet; zonder achter...

Gerelateerde zoekopdrachten