Wat is de betekenis van ongenadig?

ongenadig - Bijvoeglijk naamwoord 1. heel erg zonder verzachtende omstandigheden ♢ Hij kreeg ongenadig op zijn donder toen hij de winkelruit kapot geschoten had. Woordherkomst afleiding van met het voorvoegsel on-}genade met het achtervoegsel -ig Synoniemen wreed, keihard, g...

onbarmhartig; wreed; geweldig, hewig.

adj. & adv., ûngenedich, ûnbarmhertich.

...

bn. bw. (-er, -st), 1. zonder goedertierenheid, onbarmhartig: een ongenadig heer; het ongenadig lot; — bw.: de spreker had al zijn illusies ongenadig omvergeworpen. 2. (w. g.) ongenadig weer, guur, stormachtig. 3. geweldig, hevig, erg: hij kreeg een ongenadig pak voor zijn broek; een ongenadige slag; het is ongenadig koud; het heelt er weer o...

bn., bw. (geen barmhartigheid kennend; zonder goedertierenheid; ruw, hard; zeer erg): een ongenadig heer; een ongenadig lot; hij gaf hem een ongenadige slag; hij ranselde de hond ongenadig af; ongenadig warm; er ongenadig van langs krijgen.

(ongə'na:dəch) I. bn. en bw, (-er, -st) 1. zonder genade, zonder goedertierenheid : een vorst; het lot. 2. ongunstig, guur : weer. II. bw. in hoge mate, erg : warm.

bn. en bw. (-er, -st), 1. zonder goedertierenheid, onbarmhartig: een ongenadig heer; bw., de spreker had al zijn illusies ongenadig omvergeworpen; 2. ongenadig weer, guur, stormachtig; 3. geweldig, hevig, erg: hij kreeg een ongenadig pak voor zijn broek.

...