Wat is de betekenis van Ongelijknamig?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ongelijknamig

bn., niet gelijknamig, inz. in de wis- en natuurkunde: ongelijknamige breuken, die niet dezelfde noemer hebben; ongelijknamige grootheden, getallen, die niet tot dezelfde categorie behoren; (magn.) ongelijknamige polen, positief tgov. negatief.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ongelijknamig

bn. (van naam verschillend): twee ongelijknamige grootheden, b.v. appel, peer; ongelijknamige electriciteit, positieve en negatieve.

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Ongelijknamig

(algebra). O. breuken zijn breuken met verschillende noemers; o. → machten hebben ongelijke exponenten; o. → wortels hebben verschillende wortel -exponenten.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ongelijknamig

(ongəlijk'na:məch) bn. en bw. van naam verschillend : -e grootheden ; positief en negatief zijn -e elektriciteiten ; -e ➝ breuken.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ongelijknamig

bn., niet met, van dezelfde naam, vooral in de wis- en natuurkunde: ongelijknamige grootheden, getallen, die niet tot dezelfde categorie behoren; (magnetisme) ongelijknamige polen, positief tegenover negatief.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten