Ongansch
(onwel); gansch (z. d. w.) is hier genomen in de bet. van heel, ongeschonden, ongedeerd, gezond; vgl. heelen’. gezond maken; ongansch is dus: niet gezond.
J.Pluim (1911)
(onwel); gansch (z. d. w.) is hier genomen in de bet. van heel, ongeschonden, ongedeerd, gezond; vgl. heelen’. gezond maken; ongansch is dus: niet gezond.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip ongansch heeft 2 verschillende betekenissen: 1. ongansch - Ongansch bn. (gew.) ongezond, ziekelijk; zich ongansch eten, zooveel eten dat het benauwt, dat men er last van krijgt; — inz. van schapen : één ongansch schaap besmet de kudde; — bedorven : ongansch vleesch; — (van ijzer) ongaaf door de inmengin...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.