Wat is de betekenis van onenigheid?

2024-03-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onenigheid

onenigheid - Zelfstandignaamwoord 1. ruzie, meningsverschil De twee landen hebben al vele jaren onenigheid over de loop van de grens. Woordherkomst afgeleid van onenig met het achtervoegsel -heid Verwante begrippen dispuut, twist, verdeeldheid

2024-03-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onenigheid

onenigheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-e-nig-heid 1. toestand van kwaad zijn op elkaar ♢ er is altijd onenigheid tussen hem en zijn broer Zelfstandig naamwoord: on-e-nig-heid de onenigheid ...

2024-03-19
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

onenigheid

ruzie; twist. Hier gebagatelliseerd. Men is het gewoon niet eens met elkaar, wat altijd minder erg lijkt. Onenigheid klinkt ook minder dramatisch. Wat erg opvalt is dat vertrek wegens onenigheid uit een raad van bestuur vorig jaar veel minder voorkwam dan in 1996. NRC Handelsblad, 19-03-98

2024-03-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

onenigheid

tweedrag, twis, rusie.

2024-03-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onenigheid

s., ûnienichheit, ûnienigens; — hebben, deilis wêze, spul, rûzje, deilisskip, skeel hawwe, meiïnoar yn tsjok waer wêze; er komt , de rapen binne, it grôt is gear; er is —, it heakket.

2024-03-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onenigheid

v., 1. tweedracht; 2. (...heden) twist, ruzie: onenigheden hebben; in onenigheid leven.

2024-03-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onenigheid

v. onenigheden (tweedracht, ruzie).

2024-03-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onenigheid

v. (...heden) tweedracht, twist: ...heden hebben.

2024-03-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onenigheid

v., tweedracht; (—heden), twist, ruzie: — hebben.