Wat is de betekenis van onderwerpszin?

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onderwerpszin

onderwerpszin - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-der-werps-zin 1. zin die het onderwerp vormt van de hoofdzin ♢ in 'wie het weet mag het zeggen' is 'wie het weet' een onderwerpszin Zelfstandig naamwoord: on-der-werps-zin ...

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onderwerpszin

m. (-nen), (spraakk.) bijzin die het onderwerp van een samengestelde zin uitmaakt; b.v. [wie niet horen wil], moet voelen.

2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onderwerpszin

m. onderwerpszinnen (zin, die de dienst van onderwerp verricht): wie niet horen wil, moet voelen.

Wil je toegang tot alle 5 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onderwerpszin

('ondərwerps) m. (-nen) zin die onderwerp is in een samengestelde zin : in de zin „hij die geen liedje zingen kan, die moet er maar eentje fluiten” is „hij... kan” -.

Gerelateerde zoekopdrachten