Wat is de betekenis van Onderwerpelijk?

2024-04-25
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

onderwerpelijk

deze, dit.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onderwerpelijk

bn., (w. g.) 1. het onderwerp uitmakende waarover men handelt: de onderwerpelijke zaak; 2. purisme voor subjectief, willekeurig: het begrip schoonheid is zeer onderwerpelijk.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onderwerpelijk

bn. (1 ambtenaarstaal: het onderwerp uitmakende, waarover men handelt; 2 subjectief, willekeurig, afwisselende naar ieders smaak w.i.g.): 1 het onderwerpelijke wetsartikel; 2 de zeer onderwerpelijke opvatting van.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onderwerpelijk

(ondər'werpələk) bn. 1. W. g. het onderwerp uitmakend waarover men handelt: de -e zaak. 2. alleen voor een bepaald onderwerp geldend : een -e waarheid. 3. willekeurig afwisselend naar ieders smaak : het begrip schoonheid is zeer -. Syn. subjektief.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onderwerpelijk

Onderwerpelijk bn. het onderwerp uitmakende waarover men handelt: de onderwerpelijke zaak; — subjectief, alleen voor een bepaald onderwerp geldende; — willekeurig afwisselend al naar ieders bijzonderen smaak.

Gerelateerde zoekopdrachten