Onder water zijn
afwezig zijn
F.A. Stoett (1923-1925)
D.w.z. weg zijn; aan het zwieren zijn; eig. van een duiker, die eenigen tijd onzichtbaar is. Hier toegepast op een dronkaard, die te veel van het nat houdt; vgl. Belg. Mus. 6, 191: Die te sere dronken sijn ende die eens rijcs mans kindekijn dicke leert te water gaen, daer leidt seldentijt coren (?) aen; Trou m. Bl. 10: Ghy sijt gaeren...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: