Wat is de betekenis van Onbreekbaar?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbreekbaar

onbreekbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. dat iets niet gebroken kan worden Nadat hij weer een bord gebroken had tijdens de afwas, koos zijn vrouw voor een onbreekbaar servies. Woordherkomst afleiding van breekbaar met het voorvoegsel on- Antoniemen breekbaar

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbreekbaar

adj., ûnbrekber.

2024-04-30
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbreekbaar

bn. (-der, -st), 1. niet gebroken kunnende worden: onbreekbaar glas; 2. onverbreekbaar: de onbreekbare banden van het huwelijk.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbreekbaar

bn. (niet te breken): onbreekbaar glas; fig. de onbreekbare band des huwelijks.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbreekbaar

(on'bre:ʞba:r) bn. (-der, -st) niet gebroken kunnende worden: glas; ...bare banden.

2024-04-30
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Onbreekbaar

Adjectief: onbreekbaar, onverbreekbaar, onverbrekelijk, onsplinterbaar, splintervrij, vast, sterk, ijzersterk, stalen, ijzeren. Naamwoord: breukvastheid, onbreekbaarheid, onverbrekelijkheid, vastheid, sterkheid. Spreekwoord: een slecht glas en valt niet ras.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbreekbaar

bn., niet gebroken kunnende worden: glas.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)