Wat is de betekenis van Onbewimpeld?

2024-04-30
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

onbewimpeld

openhartig.

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbewimpeld

adj. & adv., iepenhertich, rjochtút; — met zijn mening naar voren komen, út ’e hoeke komme.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbewimpeld

bn. bw. (-er, -st), onverbloemd, onverholen, openhartig: een onbewimpeld antwoord; onbewimpeld taal; — ik zal u onbewimpeld mijn gedachten mededelen; onbewimpeld voor de waarheid uitkomen.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbewimpeld

bn., bw. (onverbloemd, onverholen; openhartig): een onbewimpelde verklaring; iets mededelen, zonder er doekjes om te winden.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbewimpeld

(onbə'wimpəlt) bn. en bw. (-er, -st) niet verbloemd, onverholen: een antwoord; voor iets uitkomen. Syn. openlijk. Tgst. bedektelijk.

2024-04-30
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Onbewimpeld

letterlijk: zonder een wimpel of sluier te gebruiken, zonder er doekjes om te winden; vandaar: openhartig, ronduit. (Zie Bewimpelen).

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbewimpeld

bn. en bw. (-er, -st), onverbloemd, onverholen, openhartig: een — antwoord; onbewimpelde taal; ik zal u — mijn gedachten mededelen.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbewimpeld

bn. bw. (-er, -st), niet bewimpeld, onverbloemd, onverholen, openhartig en oprecht gesproken : een onbewimpeld antwoord; onbewimpelde taal; onbewimpelde openhartigheid; ik zal u onbewimpeld mijne gedachten mededeelen; onbewimpeld voor de waarheid uitkomen, zonder er doekjes om te winden of iets te verbergen.