Wat is de betekenis van Onbevreesd?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbevreesd

bn. bw., niet bevreesd, stoutmoedig, koen, ofwel, in zwakkere opvatting, onbeschroomd, vrijmoedig: h i j was altijd onbezorgd en onbevreesd; onbevreesd optreden, zijn mening zeggen.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbevreesd

onbevreesd - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder angst, moedig Zij schreef haar kritiek elke dag in de krant, onbevreesd voor de dictator en zijn kliek. Woordherkomst afgeleid van bevreesd met het voorvoegsel on-

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbevreesd

(onbə'vre:st) bn. en bw. zonder vrees: de waarheid zeggen. Syn. → dapper.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbevreesd

bn. en bw., dapper.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbevreesd

bn. bw. niet bevreesd, geene vrees koesterende, stoutmoedig, koen, of wel, in zwakkere opvatting : onbeschroomd, vrijmoedig: uwe zonderlinge ontsteltenis verwondert mij, wees onbevreesd; hij was altijd onbezorgd en onbevreesd; onbevreesd optreden; onbevreesd zijn meening zeggen. ONBEVREESDHEID, v.

2025-07-15
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Onbevreesd

zie Dapper.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press