Wat is de betekenis van onbesuisd?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbesuisd

onbesuisd - Bijvoeglijk naamwoord 1. onbeheerst, onstuimig Verwante begrippen lichtzinnig, onbezonnen, roekeloos, onberaden, onbedachtzaam, overijld

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbesuisd

adj. & adv., domdryst, woast, ûnforstannich; — te werk gaan, der yn omslaen as mâlle Jan yn ’e hinnen; persoon, wyldskermer.

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbesuisd

bn. bw. (-er, -st), onbeheerst, teugelloos, woest, wild, onstuimig: een ruw en onbesuisd mens-, onbesuisde drift; in onbesuisde vaart;onbesuisd optreden, te werk gaan.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbesuisd

bn., bw. (doldriftig, onstuimig, ruw, woest): onbesuisde krijgers; onbesuisd te werk gaan, onbehouwen.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbesuisd

(onbə'suist) bn. en bw. (-er, meest -) niet door rede en verstand geleid: een jongmens; voorthollen.

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbesuisd

(het accent wisselt), bn. en bw. (-er, -st), onbeheerst, teugelloos, woest, wild, onstuimig: een ruw en on'besuisd mens; on'besuisde drift; in on'besuisde vaart.

2024-04-18
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Onbesuisd

oorspr.: vormloos, ruw, onbeschoft: een onbesuisde stok; men leidt het af van een woord, dat maken, werkeni bet.; in het On. sysa = werk, Angelsaks. susl = arbeid, ’t Woord is dus letterlijk ’t zelfde als onbeschoft.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbesuisd

bn. bw. (-er, -st), doldriftig, teugelloos, woest, wild, onstuimig : een ruw en onbesuisd mensch; onbesuisde drift; in onbesuisde vaart; — onbesuisd optreden, te werk gaan.