Wat is de betekenis van Onbeschut?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbeschut

bn., niet beschut, onbeschermd: te midden van het vuur stond hij geheel onbeschut; geheel onbeschut lag de eenzame woning op de dorre heide.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbeschut

bn., niet beschut, onbeschermd; (oneig.) onbeschutte bedrijven, die zonder bescherming aan concurrentie blootstaan.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbeschut

bn. niet beschut, onbeschermd: te midden van het vuur stond hij geheel onbeschut; door geene beschutting gedekt tegen : dat boompje staat onbeschut voor den noordenwind; geheel onbeschut lag de eenzame woning op de dorre heide.

Gerelateerde zoekopdrachten