Wat is de betekenis van onafwijsbaar?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onafwijsbaar

onafwijsbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet mogelijk om te kunnen verwerpen Marie Loke bezat een zeker flegma en relativeringsvermogen. Ze besefte dat het vrouwenkiesrecht er ook zonder haar inspanningen zou komen, omdat het volgens haar een onafwijsbare eisch des tijds was. Toch vond ze dat ze er i...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onafwijsbaar

bn., niet afgewezen kunnende worden, zich niet latende afwijzen; te rechtmatig om afgeslagen, of te machtig om afgeweerd te worden: een onafwijsbaar verzoek; een onafwijsbare eis.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onafwijsbaar

(onaf’wijzba:r) bn. (...bare) niet kunnende afgewezen, afgeslagen worden: een aanbod.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onafwijsbaar

bn. niet afgewezen kunnende worden, zich niet latende afwijzen; te rechtmatig om afgeslagen, of te machtig om afgeweerd te worden : een onafwijsbaar verzoek; een onafwijsbare eisch.