Onafscheidbaar
bn. bw., (w. g.) onafscheidelijk: twee onafscheidbare vrienden; Oranje en Nederland zijn onafscheidbaar één.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw., (w. g.) onafscheidelijk: twee onafscheidbare vrienden; Oranje en Nederland zijn onafscheidbaar één.
Wiktionary (2019)
onafscheidbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. dat iets niet van een andere zaak te scheiden is ♢ Zij waren al vele jaren onafscheidbare vrienden. Woordherkomst afleiding van afscheidbaar met het voorvoegsel on- Antoniemen afscheidbaar
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (niet afgescheiden kunnende worden; onscheidbaar; innig verbonden; niet te scheiden): welvaart is een onafscheidbare gezellin van de vrede.
Jozef Verschueren (1930)
(onaf'scheidba:r) 1. bn. (...bare) niet afgescheiden kunnende worden: de tevredenheid is van een rustig geweten. 2. bw. zo dat geen scheiding mogelijk moet geacht worden: verbonden, vastgehecht aan iemand.
J.H. van Dale (1898)
bn. bw. zoo innig met iem. of iets verbonden, dat geen scheiding mogelijk is, aan geene scheiding valt te denken : twee onafscheidbare vrienden; Oranje en Nederland zijn onafscheidbaar één. ONAFSCHEIDBAARHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: