Wat is de betekenis van omtrent?

2024-04-26
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

omtrent

Het woord "omtrent" wordt vaak gebruikt als een voorzetsel. Hier zijn enkele van de meest voorkomende betekenissen van het woord: * betreffende of met betrekking tot - het aangeven van iets dat gerelateerd is aan een bepaald onderwerp. Bijvoorbeeld: "We hebben een vergadering omtrent de nieuwe projecten". * ongeveer of circa...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

omtrent

omtrent - Voorzetsel 1. rond, ten naaste bij, ongeveer Er is omtrent een miljoen mensen bijgekomen. 2. over, aangaande Hij wist weinig omtrent de moord op die man. 3. kort voor of na het tijdstip van Zij heeft omt...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

omtrent

omtrent - voorzetsel uitspraak: om-trent of om-trent 1. om aan te geven wat het onderwerp is ♢ omtrent de oorzaak van de brand is niets bekend Voorzetsel: om-trent of om-trent Synoniemen aangaande, betreffende, inzake...

2024-04-26
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

omtrent

over.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

omtrent

ongeveer, omstreeks; naby; betreffende.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Omtrent

adv. & praep., (ongeveer), likernôch, om ende by, bineistenby; (betreffende), oangeande, oanbilangjende.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omtrent

I. bw., 1. rondom, in de nabijheid, in de buurt, nabij: geen sterveling omtrent, die de gruwel vernam; er was niemand heinde of omtrent; 2. ongeveer, omstreeks: het huis staat omtrent ter plaatse waar vroeger die molen gestaan heeft; omtrent tien jaar geleden; een hoogte van omtrent tien voet; zo omtrent...

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

omtrent

I. bw. (1 eig. in de rondte, aan alle kanten, rondom; 2 ongeveer, ten naaste bij): 1. geen sterveling omtrent, d.i. in de nabijheid; 2. dat kost mij omtrent een gulden; Z.-N. (noch) aan of omtrent zijn, in het geheel niet; II. vz. (1 in de omtrek; in de nabijheid van; nabij; 2 nopens): 1. omtrent het stadhuis; omtrent Pasen; 2. er zijn veel geruc...