Wat is de betekenis van omroeper?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

omroeper

iemand die iets omroept. iemand die voor zijn beroep, voor de gelegenheid of uit liefhebberij iets omroept, meestal bepaalde aankondigingen of mededelingen, bv. op het station of voor de radio of op de televisie. Voorbeelden: De omroeper die het weerbericht voorleest doet dat altijd met een licht ironische ondertoon. J. Bernlef, B...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

omroeper

omroeper - Zelfstandignaamwoord 1. een persoon die televisie- of radioprogramma's aankondigt De omroeper is vervangen door een programmagids. 2. een persoon die iets aan een grote groep mensen vertelt De omroeper gaf aan dat we alleen door de linker ingan...

2024-04-29
Jargon & Slang van Televisiemakers

Marc de Coster (2017)

Omroeper

Omroeper - degene die op de televisie (en ook op de radio) de aankondigingen doet; deelt aan de kijkers mee welke programma's zullen volgen.

2024-04-29
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

omroeper

→ microfonist

2024-04-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

omroeper

omroeper - Personen die televisie- of radioprogramma's inleiden, vaak als ceremoniemeesters optreden, reclameboodschappen aankondigen en korte berichten zoals nieuwssamenvattingen en sportverslagen voorlezen.

2024-04-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

OMROEPER

Tot in deze eeuw gaf men in steden en dorpen bepaalde zakelijke mededelingen 'op 'e bel’. De O., gewapend met bel of bekken, had zijn vaste route.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Omroeper

s., omropper.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omroeper

m. (-s), die iets omroept, 1. persoon die door het gemeentebestuur is aangesteld om zaken in het openbaar op de straat om te roepen; 2. persoon die voor de radio de aankondigingen en mededelingen doet: de populaire omroeper G. W.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

omroeper

m. omroepers (persoon, door de gemeente aangesteld, om iets [bij bekkenslag] bekend te maken; thans inz. radio-omroeper, berichtgever).