omhulsel
omhulsel - Zelfstandignaamwoord 1. datgene wat een voorwerp omgeeft of daartoe bestemd is ♢ Hij ontdeed de vruchten van hun stekelige omhulsels. Woordherkomst Naamwoord van handeling van omhullen met het achtervoegsel -sel
Wiktionary (2019)
omhulsel - Zelfstandignaamwoord 1. datgene wat een voorwerp omgeeft of daartoe bestemd is ♢ Hij ontdeed de vruchten van hun stekelige omhulsels. Woordherkomst Naamwoord van handeling van omhullen met het achtervoegsel -sel
Muiswerk Educatief (2017)
omhulsel - zelfstandig naamwoord uitspraak: om-hul-sel 1. wat om iets anders heen zit ♢ om de lamp zat een plastic omhulsel Zelfstandig naamwoord: om-hul-sel het omhulsel de omhulsels...
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s, -en), wat dient om te omhullen; omkleedsel, omwindsel; — het stoffelijk omhulsel van de mens, zijn lichaam.
Jozef Verschueren (1930)
o. (-s) wat strekt om te omhullen: een van katoen; het van een ➝ ballon; ons stoffelijk -, ons lichaam.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), dat wat dient om te omhullen; omkleedsel, omwindsel; het stoffelijk omhulsel van de mens, zijn lichaam, resp. lijk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: