omfloersen
omfloersen - Werkwoord 1. (ov) als een rouwsluier omgeven ♢ Een blik van groot verdriet omfloerste haar gelaat.
Wiktionary (2019)
omfloersen - Werkwoord 1. (ov) als een rouwsluier omgeven ♢ Een blik van groot verdriet omfloerste haar gelaat.
Van Dale Uitgevers (1950)
(omfloerste, heeft omfloerst), 1. met een floers omhangen of omgeven: de weduwe met het gelaat omfloerst; een omfloerste hoed; — (bij uitbr.) omfloerste tonen, doffe, weemoedige tonen, als voortkomende van een met floers omhangen speeltuig ; 2. (fig., dicht.) iets als met een rouwfloers bedekken: de nacht der smart omfloerst zijn zinnen.
Jozef Verschueren (1930)
(om'floersən) (omfloerste, heeft omfloerst) met zwart floers, krip omgeven: een omfloerste trom, een omfloerst vaandel ten teken van rouw.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(omfloerste, heeft omfloerst), met een floers omhangen of omgeven: een omfloerste hoed; (bij uitbreiding) omfloerste tonen, doffe, weemoedige tonen; (ook fig.) de smart had zijn zinnen omfloerst.
J.H. van Dale (1898)
omfloersen, (omfloerste, heeft omfloerst), met een floers omhangen of omgeven: de arme weduwe met het lieve gelaat omfloerst; hij draagt een omfloersten hoed; (bij uitbr.) omfloerste tonen, doffe, weemoedige tonen, als voortkomende van een met floers omhangen speeltuig; (fig., dicht.) iets als met een rouwfloers bedekken : de nacht der smart omfloe...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: