Wat is de betekenis van Omdartelen?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omdartelen

I. (dartelde om, heeft omgedarteld), 1. dartelend om iets heen lopen of huppelen : de kinderen dartelden vrolijk de kamer om; 2. dartelend en spelend rondlopen : het speelse volkje heeft de ganse dag omgedarteld; II. (omdartelde, heeft omdarteld), (dicht.) dartelende omgeven.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Omdartelen

Omdartelen (dartelde om, heeft omgedarteld), dartelend om iets heen loopen of huppelen: de kinderen dartelden vroolijk de kamer om; dartelend en spelend omloopen: het speelsche volkje heeft den ganschen dag omgedarteld; — (dicht.) (omdartelde, heeft omdarteld), dartelende omgeven.

Gerelateerde zoekopdrachten