Wat is de betekenis van olmen?

olmen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord olm

bn., van olmenhout.

gemeente in België, prov. Antwerpen. 1705 ha, 2264 inw. Landbouw.

gemeente in de Belgische provincie Antwerpen, aan de Grote Nete en het kanaal Turnhout-Hasselt, op vlakke Kempische zandbodem, 1704 ha (bos- en landbouw, fabricage van landbouwtuigen), telt (1951) 2295 inw. De Neogothische kerk heeft een oude toren en koor (15de eeuw). Lit.: T. Welvaarts, O. naar de archieven van Postel (Turnhout 1888).

Gem. in het Z.O. van de prov. Antwerpen; opp. 1 705 ha; ca. 2 600 inw. (Kath.). Effen bodem, zandgrond, weilanden en landbouw. Vertakking van het Kempisch kanaal naar Hasselt. Neo-Gotische St. Willebrordus-kerk, met oud koor en met toren uit eind 15e e. Het personaat van de kerk behoorde eerst aan Floreffe, later aan Postel. Lauwerijs.

('olmən) gemeente in de provincie Antwerpen, 1705 ha, 2224 inw. Landbouw.

Belg. deelgemeente in de Kempen, aan de Grote Nete en het Kanaal van Dessel–Kwaadmechelen, in de prov. Antwerpen (arr. Turnhout), 17,04 km², 2750 inw. Het landbouwareaal (zandgrond) is overwegend grasland; er is ca. 190 ha bos. Bezienswaardig zijn de 15e-eeuwse toren en koor van de neogotische Sint-Willibrorduskerk, de Sint-Elisabethkape...

Olmen bn. van olmenhout.