Wat is de betekenis van Officiertje?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

officiertje

(1980) (Tilburg) borrel. • Officiertje: borrel. (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984) • Officiertje. In 1980 opgetekend in Tilburg, in de vorm offesierke. In 1984 werd deze borrelnaam in Vlaanderen gesignaleerd. Een dronkeman verbeeldt zich soms een hele piet te zijn. Men bespotte dit vroeger door hem een rang toe te kennen. Zo zei m...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

officiertje

officiertje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord officier

2024-04-26
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Officiertje

Officiertje is in 1980 opgetekend in Tilburg, in de vorm ojfesierke. In 1984 werd deze borrel naam in Vlaanderen gesignaleerd. Een dronken man verbeeldt zich soms een hele piet te zijn. Men bespotte dit vroeger door hem een rang toe te kennen. Zo zei men omstreeks 1874 in Brugge van een dronkeman: hij is gouverneur. Op Texel zei m^n indertijd: hij...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Officiertje

o. (-s).