Wat is de betekenis van Oesterzaad?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oesterzaad

o., jonge oesters die men op de oesterbanken en in de oesterputten plant.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oesterzaad

o. (jonge oesters, die men op de oesterbanken plant; ook: broed).

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten