Wat is de betekenis van oeroud?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oeroud

bn., overoud: in oeroude tijden.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

oeroud

oeroud - Bijvoeglijk naamwoord 1. heel erg oud ‘Die connectiviteit vergroot het comfort van de patiënt’, stelt Dave Singelée. ‘Maar de uitdaging om dat veilig te houden, wordt groter. Heel wat systemen in ziekenhuizen draaien nog op het “oeroude” Windows XP. Dat is niet meer verantwoord.’ ...

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

oeroud

oeroud - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: oer-oud 1. wat al heel lang bestaat ♢ het sinterklaasfeest is een oeroude traditie Bijvoeglijk naamwoord: oer-oud de/het oeroude ...

2025-07-15
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

oeroud

besonder oud.

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Oeroud

adj., oerâld.

2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oeroud

bn. (uit of van de hoogste oudheid, uit zeer oude dagen): oeroude gesteenten, oeroude overleveringen.