Wat is de betekenis van October?

s., wynmoanne, Oktober.

October.

m. (-s), [eig. de achtste maand van het jaar in de Romeinse kalender, waarin het jaar met de 1ste Maart een aanvang nam] de tiende maand van het jaar; ook Wijnmaand genoemd.

bris, bre, abl. bri., eig. tot acht behorende, mensis October, October, de achtste maand van het Rom. jaar (toen dit nog met Maart begon), later evenals bij ons de tiende, ook enkel October, bris, m.; verder = tot de maand O. behorende, van O., kalendae, nonae, idus Octobres, Cic.

Wijnmaand (Lat. octo, acht), bij de Romeinen de 8e en bij ons de ioe maand van het jaar; de zon bevindt zich dan in de Schorpioen.

bij ons de 10de maand van het jaar, met 31 dagen, was voor de Romeinen, bij wie het jaar met Maart begon, de 8ste, waarom haar naam van octo (acht) is afgeleid. In het Nederlands heet zij wijnmaand. Gedurende de eerste 23 dagen van de maand staat de zon in het teken van de Weegschaal, daarna in dat van de Schorpioen. De dag heeft bij ons op...

m. Octobers (10e maand, Wijnmaand); eigenlijk: 8e maand volgens de Romeinse kalender; zie December.

→ Maand.

(Lat. mensis Octobris). Zooals in den naam bewaard bleef (Lat. octo = acht), was O. in den Oud-Romeinschen kalender de 8e maand van het jaar. Bij de invoering van den Juliaanschen kalender werd zij de 10e maand. Oct. telt 31 dagen. De naam W ij nmaand is, ten tijde van Lodewijk Napoleon ook in officieele stukken, in gebruik geweest. Oct. is toegew...