Ocel
(<Lat.), m. (len), puntoog.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Lat. ocellus, verklw. van oculus = oog] enkelvoudig oog bij de meeste insekten en andere geleedpotige dieren (tussen de samengestelde ogen).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-len), (ook: puntoog), bij o.a. insekten en spinnen voorkomend primitief lichtzintuig. (e) Ocellen bestaan meestal uit een aantal lichtzintuigcellen, die door pigment zijn afgeschermd van licht uit bepaalde richtingen; ook ten opzichte van elkaar worden zij door pigment afgeschermd. Vaak is er ook een lens, die geen accomodatievermogen aan de o...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: