Wat is de betekenis van Obrecht?

2024-04-27
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Obrecht

Uit Od-brecht, tweestammige Germaanse naam, waarvan het eerste lid 'erfgoed' betekent, (zie od-); het tweede lid is -bert 'stralend, glanzend, schitterend' (zie -brecht-). De gehele naam betekent dus ongeveer 'beroemd om zijn erfgoed'.

2024-04-27
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Obrecht

m Uit Od-brecht, tweestammige Germ. naam, waarvan het eerste lid 'erfgoed’ betekent, (zie od-); het tweede lid is -bert 'stralend, glanzend, schitterend' (zie -brecht-). De gehele naam betekent dus ongeveer 'beroemd om zijn erfgoed’.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Obrecht

('o:brecht) (Jacobus) Nederlands musicus, ° wsch. 1430 te Utrecht, kapelmeester in de hoofdkerk te Antwerpen, † 1505 te Ferrara; komponeerde o. a. missen, motetten en een passie.

2024-04-27
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Obrecht

Obrecht - (de naam wordt ook geschreven: Hobrecht, Obreht, Obertus, Hobertus) Jacob, geb. 1430 te Utrecht, overl. 1505 te Ferrara, een der groote meesters van de Nederlandsche contrapuntische school. O. leefde en werkte afwisselend in Utrecht, Ferrara, wederom Utrecht (hier genoot Erasmus zijn onderricht), Kamerijk, Brugge, Antwerpen, nog eens Brug...

2024-04-27
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Obrecht

Obrecht (Jacobus of Johannes), een uitstekend Nederlandsch toonkunstenaar, vermoedelijk te Utrecht geboren in 1430, werd aldaar in 1465 kapelmeester in de hoofdkerk. In die betrekking was hij de leermeester van den beroemden Erasmus te Rotterdam. Hij componeerde met ongemeene gemakkelijkheid, — somtijds in één nacht eene mis, die algemeen bewonderd...