Wat is de betekenis van Obolus?

i, m. obool, kleine Griekse munt, het zesde deel van een drachme.

(Gr.) obool, m. Oud-Gr. pasmunt, penning.

(Lat.), obolos (Gr.), obool, m. obolen (o.-Gr. pasmunt, ⅙ drachme of ± 8 cents); een obolus werd den overledene in de mond gelegd als veergeld voor Charon.

Obolus - (Gr.), een obool, een kleine Grieksche munt, het zesde deel van een drachme, die overledenen in den mond medekregen als veergeld voor Charon.

een grieksche munt, die het zesde deel van een drachme bedroeg; zij werd in zilver en koper geslagen en hare waarde verschilde naar mate de waarde van het drachme. Men sloeg ook stukken van vier O. (Tetrobalus), van drie O. (Triobolus), van twee (Diobolus) enz. De O. was de gewone pasmunt. Als gewicht is de O. mede het zesde deel van een drachme. D...

OBOOL, m. Oudgrieksche pasmunt ter waarde van acht cent; penning.

Obolus is de naam eener Oud-Grieksche zilveren of koperen munt ter waarde van 7½ cent Nederlandsch. Zij is als munt en als gewigt het zesde gedeelte van een drachme. De Ouden plaatsten een óbolus in den mond der overledenen, opdat zij bij het overvaren van den Cocytus het noodige veergeld zouden kunnen geven aan Charon.