Wat is de betekenis van Oberon?

1. koning der Elfen, gemaal van Titania; 2. de vierde maan van Uranus.

Ook wel Auberon. Oorspr. Franse vorm van een Germaanse naam, mogelijk van Alberik 'heerser over bovenaardse wezens'. In Frederik van Eedens 'Kleine Johannes' is het de naam van de elfenkoning. De naam komt ook voor in Shakespeare's 'A Midsummer Night's Dream'.

[Fr. Auberon, Du. Alberich] (sagefiguur) de koning der elfen, een zeer slimme dwerg die zich onmiddellijk overal heen kon verplaatsen.

m Ook wel Auberon. Oorspr. Fra. vorm van een Germ. naam, mogelijk van Alberik ‘heerser over bovenaardse wezens’. In Frederik van Eedens 'Kleine Johannes’ is het de naam van de elfenkoning. De naam komt ook voor in Shakespeare's 'A Midsummer Night’s Dream'.

Zie Sylfen.

elfenkoning; een der manen van Uranus

(1), volgens een sage de koning der elfen, gemaal van Titania, het eerst vermeld in het gedicht Huon de Bordeaux, later bewerkt o.a. door Shakespeare in de Midsummernightsdream en door Wieland in zijn epos Oberon ; (2) een der manen van Uranus, in 1787 door Herschel ontdekt.

m. elfenkoning.

volgens een middeleeuwse sage de ling der elfen en de gemaal van Titania. Onder naam Alberon wordt hij het eerst vermeld in oud-Franse gedicht Huon de Bordeaux, een chanson de geste dat later o.a. bewerkt is door de Engelse dichters Chaucer en Spencer, door Shakespeare in zijn Midsummer Night’s Dream en door …eland in zijn romantisch e...