Wat is de betekenis van numero?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

numero

nummer. Voorbeelden: Mijn zuster schoof haar arm onder de mijne en trok me mee. 'Numero dertig,' zei ze opkijkend naar de huisnummers. 'Aan deze kant. Een beetje verder.' Jan Lampo, Emmeke, 2001

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Numero

afk. No. [Fr. numéro] nummer, afk. van het meervoud: Nos.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Numero

nummer

2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Numéro

nommer, nummer; merk, vent; numéro d'ordre, rang-, volgnummer; connaître le numéro de qn., weten welk vlees men in de kuip heeft; tirer un bon numéro, zich vrijloten.

2024-04-26
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

numero

getal, nummer; cijfer; aantal; getal; toerental.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Numero

(Fr.), o. (-’s), nummer: zijn adres is Voorstraatnumero acht; — dat is numero één, het belangrijkste.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Numero

I. nŭmĕro (1); 1. eig., tellen, rekenen, pecus, Verg., alqm a se primum, Cic., si ex (naar) reis numeres, Cic., numera (senatum), tel (de aanwezige senatoren), zei een senator tot de consul, wanneer hij een senaatsbesluit wilde verhinderen, en meende dat de senaat niet voltallig genoeg was om een besluit te nemen,...

2024-04-26
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Número

m. getal; cijfer; hoeveelheid, aantal; nummer, aflevering; número cardinal, hoofdtelwoord; número ordinal, rangtelwoord; en número de, ten getale van; sin número, in groten getale.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

numero

(Fr.) m. nummer.